Het wetsvoorstel excessief lenen bij de eigen vennootschap is op 17 juni jl. ingediend bij de Tweede Kamer. Eerder werd al bekendgemaakt dat de inwerkingtreding van het wetsvoorstel met 1 jaar werd uitgesteld tot 1 januari 2023. Bij het definitieve wetsvoorstel springt met name de aangepaste voorkomingsregels van de dubbele belastingheffing in het oog.
'
Naar aanleiding van het conceptwetsvoorstel hebben wij de werking van het wetsvoorstel excessief lenen bij de eigen vennootschap nader toegelicht. Het wetsvoorstel moet (excessief) lenen bij de eigen vennootschap ontmoedigen en belastinguitstel en afstel voorkomen.
De aanmerkelijkbelanghouder (ab-houder) wordt over het meerdere boven €500.000 belast als fictief regulier voordeel. Daarbij geldt dat ook leningen aan verbonden personen zoals de partner en kinderen wordt meegenomen. De eigenwoninglening is daarentegen onder voorwaarden uitgesloten. DGA’s die een schuld hebben bij de eigen vennootschap die €500.000 overstijgt op de eerste peildatum van 31 december 2023 zullen over het meerdere 26,9% inkomstenbelasting betalen.
Het conceptwetsvoorstel kreeg veel kritiek, onder andere omdat de heffingssystematiek een aanzienlijk risico op economische dubbele belastingheffing met zich mee zou brengen. Indien een fictief regulier voordeel in aanmerking wordt genomen en naderhand daadwerkelijk dividend zou worden uitgekeerd dan wordt de ab-houder tweemaal belast over hetzelfde dividend.
In het definitieve wetsvoorstel wordt dit risico op dubbele heffing voorkomen door de terugbetaling van het bovenmatige deel van de lening aan te merken als negatief fictief regulier voordeel. Dit negatief fictief reguliere voordeel is verrekenbaar met het positieve inkomen in box 2.
Stel dat de aanmerkelijkbelanghouder op 31 december 2023 een schuld van €800.000 aan bij de eigen vennootschap heeft. € 300.000 wordt in dat jaar als fictief regulier voordeel in box 2 belast tegen 26,9%.
In 2024 lost de aanmerkelijkbelanghouder een bedrag van €300.000 op zijn schulden af, waardoor de totale schuld aan zijn eigen vennootschap nog €500.000 bedraagt. In dat jaar wordt een negatief fictief regulier voordeel in aanmerking genomen van €300.000. Dit wordt verrekend met het in 2023 in aanmerking genomen fictief regulier voordeel.
Let op, een negatief fictief voordeel kan alleen verrekend worden met inkomen uit aanmerkelijk belang uit het voorgaande jaar of met inkomen uit aanmerkelijk belang of een vervreemdingsvoordeel dat zijn oorsprong vindt in de zes opvolgende jaren.
Het is van belang dat u tijdig op de inwerkingtreding van het wetsvoorstel excessief lenen bij de eigen vennootschap. Voor de verschillende uitwerkingen tussen aflossing met eigen geld of dividend in 2024 of latere jaren kunt u contact opnemen met ons kantoor. Wij adviseren u graag.