Goed nieuws voor spaarders en beleggers. De geplande verhoging van het hoge forfaitaire rendement in box 3 van 5,88% (2025) naar 7,78% in 2026 gaat niet door.
Ook de voorgenomen verlaging van het heffingsvrije vermogen van € 57.684 naar € 51.396 is geschrapt. De Tweede Kamer heeft een amendement aangenomen waardoor beide maatregelen uit het Belastingplan zijn verdwenen.
Het forfaitaire rendement voor overige bezittingen (zoals beleggingen) wordt vastgesteld op 6%.
Voor spaargeld en schulden wordt het definitieve rendement pas ná afloop van 2026 bepaald, zodat dit beter aansluit bij de werkelijke marktrente.
Het heffingsvrije vermogen stijgt naar € 59.357 per persoon (of € 118.714 voor fiscale partners).
Dit betekent dat meer vermogen belastingvrij blijft en dat de belastingdruk voor spaarders en beleggers lager uitvalt dan eerder gepland.
Het tarief in box 3 van 36% blijft ongewijzigd.
De geschrapte box-3-maatregelen worden gecompenseerd door een snellere afbouw van de Hillen-regeling. Deze regeling gaf huiseigenaren met weinig of geen hypotheekrenteaftrek een extra belastingvoordeel.
Het voordeel voor huiseigenaren wordt sneller afgebouwd. In plaats van 3,33% wordt het jaarlijkse afbouwpercentage 4,8%. In 2041 is de regeling daarmee volledig verdwenen (voorheen 2048).
Huiseigenaren met een afgeloste hypotheek en een hoog eigenwoningforfait gaan hierdoor iets meer belasting betalen.
Spaarders en beleggers profiteren van een lager forfaitair rendement en een hoger heffingsvrij vermogen.
Huiseigenaren zonder hypotheek leveren daarentegen iets meer voordeel in door de versnelde afbouw van de Hillen-regeling.