• darkblurbg
  • darkblurbg
  • darkblurbg

Toelichting op het herinvesteringsvoornemen

Gepubliceerd op: 24-10-2022

Een ondernemer of vennootschap kan volgens de Hoge Raad ook een herinvesteringsreserve vormen als hij niet direct na het jaar van vervreemding, maar wel binnen de driejaarstermijn een herinvesteringsvoornemen kan realiseren. Wat is het belang hiervan voor de praktijk?

HIR

Vorming herinvesteringsreserve (HIR)

Indien bij vervreemding van een bedrijfsmiddel de opbrengst de boekwaarde van het bedrijfsmiddel overtreft, kan bij het bepalen van de in het kalenderjaar genoten winst het verschil gereserveerd worden en blijven tot vermindering van de in aanmerking te nemen aanschaffings- of voortbrengingskosten van bedrijfsmiddelen die in het jaar van vervreemding of in de daarop volgende drie jaren worden aangeschaft of voortgebracht, indien en zolang het voornemen tot herinvestering van de opbrengst bestaat.

 

Herinvesteringsvoornemen

Wanneer is er dan sprake van een (reëel) voornemen tot herinvesteringsreserve? De belastingplichtige zal aannemelijk moeten maken dat er een voornemen is tot herinvesteren. Indien de inspecteur het voornemen betwist, zal de inspecteur moeten aantonen dat het voornemen ontbreekt.

Het niet liquide aanhouden van de opbrengst kan een aanwijzing zijn dat het voornemen tot herinvestering niet aanwezig is. Dit alleen hoeft echter niet bepalend te zijn voor het antwoord op de vraag of sprake is van een voornemen: zo kunnen bijvoorbeeld lopende onderhandelingen met potentiële opdrachtnemers over toekomstige investeringen of een lopende financieringsaanvraag aanwijzingen zijn dat de ondernemer serieuze plannen heeft om te herinvesteren.

Ingeval de herinvestering niet plaatsvindt in het boekjaar van de vervreemding zelf, moet de reservering op de balans tot uitdrukking komen in de vorm van een reserve. Dit brengt mee dat het voor het mogen opvoeren van die reserve voldoende is dat het voornemen tot herinvestering op de balansdatum aanwezig is.

 

Beoordeling herinvesteringsvoornemen

Naar het oordeel van het Hof was vorming van een herinvesteringsreserve in de betreffende casus niet mogelijk omdat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij op de balansdata een realiseerbaar voornemen tot herinvestering had. Het Hof heeft daartoe geoordeeld omdat een herinvestering op dat moment niet realiseerbaar was, gelet op de financiële positie van belanghebbende. Er was namelijk sprake van grote verliezen en een negatief werkkapitaal. Voorts liep er op de balansdatum geen financieringsaanvraag voor de financiering van een herinvestering waardoor het voor belanghebbende niet realistisch zou zijn om te herinvesteren.

Naar het oordeel van de Hoge Raad is echter niet vereist dat het voornemen tot herinvestering realiseerbaar is op de balansdatum van het jaar van vervreemding van het bedrijfsmiddel. Er hoeft op dat moment volgens de Hoge Raad nog geen concreet plan te zijn over de wijze waarop de herinvestering gerealiseerd zal worden. In casu volstaat dus de mogelijkheid dat belanghebbende ook op een later moment een financieringsaanvraag zou kunnen doen.

 

Belang voor de praktijk

Met de uitspraak laat de Hoge Raad ruimte voor het opnemen van een herinvesteringsreserve na verkoop van een bedrijfsmiddel. Het is anders dan het Hof overwoog namelijk niet noodzakelijk dat al in het jaar van vervreemding vast is komen te staan dat de herinvestering ook daadwerkelijk realiseerbaar is.

Oftewel, wenst u de boekwinst op een bedrijfsmiddel te herinvesteren maar heeft u dit voornemen op dat moment nog geen concrete vormen? Dan staat dat er volgens de Hoge Raad niet aan in de weg om alsnog een herinvesteringsreserve vormen.

 

Heeft u vragen over de vorming van een herinvesteringsreserve? Neem gerust contact met ons op.