• darkblurbg
  • darkblurbg
  • darkblurbg

Rechtbank Noord-Nederland: box 3 heffing is discriminatoir

Gepubliceerd op: 16-08-2021

De Rechtbank Noord-Nederland is van mening dat de box 3 heffing over 2017 en 2018 in strijd is met het discriminatieverbod. Volgens de Rechtbank worden spaarders in box 3 ten onrechte gelijk belast als beleggers terwijl beleggingsrendementen gemiddeld genomen ruim driemaal zo hoog zijn als spaarrendementen.

'

Geschil box 3 heffing

In geschil was of de vermogensrendementsheffing in de belastingjaren 2017 en 2018, uitgaande van de forfaitaire elementen van het stelsel, in onderlinge samenhang en met inachtneming van het heffingsvrije vermogen en het belastingtarief van 30% in strijd is met artikel 14 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) of artikel 1 van het Eerste Protocol (EP) bij het EVRM.

 

Oordeel rechtbank

Gelet op het feit dat beleggingsrendementen gemiddeld genomen ruim driemaal hoger zijn dan spaarrendementen is het naar het oordeel van de rechtbank onredelijk van de wetgever om toch alle belastingplichtigen met een box 3 vermogen over één kam te scheren voor wat betreft de veronderstelde samenstelling van hun vermogen.

De wetgever kiest er daarmee immers bewust voor om de groep van 40% die uitsluitend over spaartegoeden beschikt, te belasten alsof zij hun vermogen ook deels hebben belegd, wetende dat voor dat deel veel hogere inkomsten dan de feitelijk genoten inkomsten in aanmerking worden genomen.

De door de wetgever aangedragen rechtvaardiging voor het niet aansluiten bij de werkelijke samenstelling van het vermogen (eenvoud van het stelsel en de mogelijkheid van arbitrage) kan naar het oordeel van de rechtbank de keuze om een aanzienlijke groep van 40% van de belastingplichtigen te confronteren met een onredelijk hoge belastingdruk redelijkerwijs niet rechtvaardigen.

 

Conclusie rechtbank

Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van de rechtbank de box 3-heffing in 2017 en 2018 op stelselniveau in strijd met het discriminatieverbod van artikel 14 EVRM. Binnen het huidige stelsel van box 3 heeft de rechtbank geen mogelijkheden om het ontstane rechtstekort te repareren. De rechtbank kan het discriminatoire karakter van de heffing namelijk niet ongedaan maken. Daarvoor zouden door de rechtbank keuzes gemaakt moeten worden die aan de wetgever zijn.

Hoewel deze uitspraak geen directe gevolgen heeft benadrukt de rechtbank met deze uitspraak eens te meer dat het tijd is voor een aanpassing van de belastingheffing in box 3.