• darkblurbg
  • darkblurbg
  • darkblurbg

Ontwikkelingen bezitstermijn bij bedrijfsopvolging

Gepubliceerd op: 18-06-2020

Recent heeft de Hoge Raad in een tweetal uitspraken meer duidelijkheid verschaft over de bezitstermijn bij bedrijfsopvolging. Als gevolg van deze arresten wordt de bezitseis aanzienlijk verruimd. Dit vergroot de mogelijkheden om de vrijstelling toe te passen.

.

Bedrijfsopvolgingsfaciliteit

De bedrijfsopvolgingsfaciliteit voorziet in een (gedeeltelijke) fiscale vrijstelling van ondernemingsvermogen bij schenking of vererving. Voor de toepassing van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit dient voldaan te worden aan de bezitseis en ondernemingseis. De bezitseis houdt in dat de schenker de aandelen minimaal vijf jaar in bezit moet hebben gehad voorafgaand aan de schenking. Gedurende deze periode van vijf jaar dient bovendien een onderneming gedreven te zijn.

 

Casus

Vader schenkt in 2014 aan zijn beide kinderen certificaten die 20% van de aandelen in het aandelenkapitaal van zijn holding vertegenwoordigen. Tot het ondernemingsvermogen van de holding behoren indirect de aandelen in F B.V. Deze B.V. heeft in 2013 alle activa en passiva gekocht van G B.V.

Volgens de inspecteur gaat voor het binnen vijf jaar voorafgaand aan de schenking aangekochte gedeelte, te weten de activa en passiva die F B.V. in 2013 heeft gekocht van G B.V. een afzonderlijke bezitstermijn van vijf jaar lopen. In 2014 kan voor dat gedeelte derhalve geen beroep worden gedaan op bedrijfsopvolgingsfaciliteit, aldus de inspecteur.

 

Hoge Raad

In de uitspraken van de Hoge Raad staat de vraag centraal of het aan de toepassing van de bedrijfsopvolging in de weg staat dat een (gedeelte van een) onderneming dan wel de aandelen in de vijf jaar voorafgaand aan de schenking zijn overgenomen.

De Hoge raad oordeelt dat in een dergelijk geval de bezitstermijn voor de overgenomen onderneming of aandelen niet afzonderlijk gaat lopen als het gaat om een onderneming of deelneming die een zekere zelfstandigheid bezit en naar zijn aard een zelfstandig bedrijf kan vormen. Daarbij is van essentieel belang dat de aangekochte onderneming opgaat in de bestaande onderneming. Het is daarbij niet van belang hoe het vermogen van de bestaande onderneming in de loop van de tijd aan zijn samenstelling ten tijde van de verkrijging is geraakt. Concreet betekent dit dat er voldoende samenhang moet zijn tussen de bestaande onderneming en de aangekochte onderneming. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan dezelfde bedrijfstak, maar ook aan een aanvulling op het bestaande productieproces.

 

Conclusie

Kortom, volgens de Hoge Raad gaat voor een aangekochte zelfstandige onderneming of deelneming geen afzonderlijke bezitstermijn van vijf jaar lopen zolang het aangekochte gedeelte opgaat in de bestaande onderneming.

 

Mocht u naar aanleiding van onze blog vragen hebben dan kunt u vrijblijvend contact opnemen.