• darkblurbg
  • darkblurbg
  • darkblurbg

Hervorming box 3: wat verandert er voor u?

Gepubliceerd op: 16-09-2019

Staatssecretaris Snel heeft in een brief aan de Tweede Kamer een hervorming van box 3 voorgesteld. Deze hervorming moet ertoe leiden dat spaarders worden ontzien terwijl beleggers juist zwaarder zullen worden belast. Het nieuwe heffingssysteem zou per 1 januari 2022 in werking moeten gaan treden. Wij nemen het aangekondigde wetsvoorstel inzake de nieuwe box 3 heffing nader voor u onder de loep.

 

Let op: dit voorstel is ingetrokken. Wij berichten u spoedig over het alternatieve voorstel voor box 3.

 

Voorgestelde box 3 heffing

De aangepaste box 3-heffing maakt nadrukkelijk een onderscheid tussen rendement op spaargeld, overige bezittingen en schulden. Voor genoemde vermogenscategorieën wordt afzonderlijk een forfaitair rendement of debetrente vastgesteld.

Het forfaitaire rendement is voor het jaar 2020 als volgt vastgesteld:

Vermogenscategorie

Forfaitair rendement

Waarde spaargeld

0,09%

Waarde overige bezittingen

5,33%

Waarde schulden

3,03%

Om het box 3 inkomen te bepalen wordt voor alle vermogenscategorieën het afzonderlijke inkomen vastgesteld aan de hand van genoemd forfaitair rendement. Vervolgens wordt het totale box 3 inkomen als volgt berekend:

Inkomen spaargeld + inkomen overige bezittingen – schuldenforfait = box 3 inkomen

Het box 3 inkomen wordt vervolgens belast tegen een tarief van 33%.

 

Box 3 drempel en heffingsvrij inkomen

In het aangekondigde wetsvoorstel blijft er sprake van een drempel van € 30.846 per fiscaal partner zoals wij die ook kennen in de bestaande box 3-heffing. Echter, in het nieuwe systeem geldt het drempelbedrag niet als vrijstelling, maar daadwerkelijk als drempelbedrag. Dit houdt in dat bij overschrijding van het drempelbedrag over het volledige bedrag het box 3 inkomen berekend wordt terwijl in het oude systeem uitsluitend het meerdere boven het drempelbedrag in de heffing werd betrokken.

In de voorgestelde nieuwe box 3-heffing wordt daarnaast een heffingsvrij inkomen van € 400 gehanteerd. Op spaargeld leidt dit ertoe dat iemand met uitsluitend spaarvermogen bij een forfaitair rendement van 0,09% tot een bedrag van € 440.000 geen box 3 heffing verschuldigd is. In dat geval heeft u namelijk slechts een box 3 inkomen van € 396 waardoor u onder het heffingsvrije inkomen van € 400 blijft.

Het is echter te kort door de bocht om te stellen dat er tot een box 3 vermogen van € 440.000 geen belasting verschuldigd is. Heeft u namelijk uitsluitend overige bezittingen dan wordt het inkomen over deze vermogenscategorie bepaald op basis van een forfaitair rendement van 5,33%. In dat geval zit u veel eerder aan het drempelinkomen van € 400 dan wanneer u uitsluitend over spaargeld zou beschikken.

 

Voorbeelden

 Aan de hand van een drietal voorbeelden zullen wij per vermogenscategorie de gevolgen van de nieuwe box 3-heffing proberen te verduidelijken:

Voorbeeld 1 – spaarder

Op 1 januari 2022 bezit u € 440.000 aan box 3 vermogen. Dit bedrag bestaat uitsluitend uit spaargeld. Dit spaargeld wordt belast tegen een forfaitair rendement van 0,09%. Uw box 3 inkomen bedraagt: € 440.000 x 0,09% = € 396

Na aftrek van het heffingsvrije inkomen van € 400 bent u geen belasting verschuldigd.

Voorbeeld 2 – belegger

Op 1 januari 2022 bezit u € 440.000 aan box 3 vermogen. Dit bedrag bestaat uitsluitend uit beleggingen, meer specifiek een combinatie van obligaties en aandelen. Het forfaitair rendement op deze beleggingen bedraagt 5,33%. Uw box 3 inkomen bedraagt: € 440.000 x 5,33% = € 23.452. Dit bedrag wordt verminderd met het heffingsvrije inkomen van € 400.

De heffingsgrondslag bedraagt € 23.052. De box 3-heffing bedraagt: € 23.052 x 33% = € 7.607,16

Voorbeeld 3 – vastgoedbelegger

Op 1 januari 2022 bezit u een pand in box 3 ter waarde van € 440.000. Hier staat een schuld van € 350.000 tegenover. Het forfaitair rendement op het pand bedraagt 5,33% en de debetrente op de schuld bedraagt 3,03%. Uw box 3 inkomen bedraagt:

€ 440.000 x 5,33% = € 23.452

€ 350.000 x 3,03% = € 10.605

Het box 3 inkomen bedraagt € 12.847. Na aftrek van het heffingsvrije inkomen van € 400 bedraagt het belastbare box 3 inkomen € 12.447. U bent een bedrag van € 4.105,51 verschuldigd.

 

Conclusie

Het afzonderlijk bepalen van forfaitair rendement of debetrente per vermogenscategorie leidt tot een ingewikkelder heffingssysteem in box 3 waarbij spaarders worden ontzien en beleggers zwaarder belast. De verwachting is echter dat pas in 2020 daadwerkelijk een wetsvoorstel ingediend zal worden en dat deze bij goedkeuring op 1 januari 2022 in werking treedt.

 

Let op: dit voorstel is ingetrokken.

 

Wenst u meer uitleg over de recente ontwikkelingen omtrent box 3? Neem dan contact op met een van onze belastingadviseurs.