• darkblurbg
  • darkblurbg
  • darkblurbg

Geen privégebruik voor btw van recreatiewoning bij leegstand

Gepubliceerd op: 01-04-2022

Wanneer u een recreatiewoning aanschaft met de bedoeling om de woning zowel te verhuren als zelf te gebruiken dan speelt de vraag in hoeverre er sprake is van het recht op aftrek van voorbelasting. Er dient namelijk rekening mee gehouden te worden met de periode van privégebruik. De Hoge Raad heeft zich recent uitgesproken over de benaderingswijze van leegstand voor de btw bij recreatiewoningen.

'

Casus btw aftrek recreatiewoning

Belanghebbende heeft in 2010 een op een vakantiepark gelegen recreatiewoning in eigendom verkregen. Ter zake van de levering is aan belanghebbende omzetbelasting in rekening gebracht. Belanghebbende heeft de recreatiewoning aangeschaft met de bedoeling deze afwisselend te gebruiken voor bedrijfsdoeleinden (verhuur aan derden voor recreatief gebruik) en voor privédoeleinden (eigen verblijf) en is deze ook overeenkomstig dat voornemen gaan gebruiken.

Met het oog op de verhuur heeft belanghebbende op 8 juli 2010 vervolgens een zogenoemde beheer- en verhuurovereenkomst gesloten met een beheerder. In deze overeenkomst is opgenomen dat belanghebbende de recreatiewoning deels voor eigen rekening en risico zelf wenst te gebruiken en deels door tussenkomst van de BV wenst te verhuren. In de periode dat de recreatiewoning aan derden wordt verhuurd, mag hij zich geen toegang tot de recreatiewoning verschaffen.    

In de beheer- en verhuurovereenkomst is opgenomen dat belanghebbende het eigen gebruik van de recreatiewoning vooraf moet aanmelden bij de beheerder. In beginsel moet die aanmelding ten minste 13 maanden van tevoren bij de beheerder plaatsvinden.

Niet tijdig aangemeld “eigen gebruik” is volgens de overeenkomst niet mogelijk, tenzij de recreatiewoning voor de door belanghebbende gewenste periode niet is verhuurd aan derden en evenmin voor dat doel door de BV aan een derde in optie is gegeven. Bij de beheerder moet navraag worden gedaan of die situatie zich voordoet, waarna - indien de recreatiewoning beschikbaar is - gebruik door belanghebbende kan plaatsvinden.

 

Beoordeling Hoge Raad privégebruik btw

Met het sluiten van de beheer- en verhuurovereenkomst heeft hij uiting gegeven aan deze bestemming. De hiervoor weergegeven voorwaarden en bepalingen ter uitvoering van de beheer- en verhuurovereenkomst en de in dat kader gemaakte afspraken tussen belanghebbende en de beheerder brengen mee dat belanghebbende de recreatiewoning op zodanige wijze aan de beheerder beschikbaar heeft gesteld dat hij zelf buiten de perioden waarin hij de recreatiewoning daadwerkelijk voor zichzelf en/of zijn gezinsleden beschikbaar heeft gehouden, niet op elk moment naar eigen goeddunken kon beschikken over de recreatiewoning.

Vanwege de uit de beheer- en verhuurovereenkomst voortvloeiende, aan het gebruik door belanghebbende klevende beperkingen wat betreft wijze en tijdstip van aanmelden, kon belanghebbende immers niet meteen de recreatiewoning zelf (gaan) gebruiken.

Als gevolg van de gemaakte afspraken kunnen de perioden van het jaar waarin de recreatiewoning de beheerder met het oog op verhuur ter beschikking stond maar de recreatiewoning door niemand daadwerkelijk werd gebruikt, niet tegelijkertijd ook worden aangemerkt als perioden waarin de recreatiewoning belanghebbende voor privédoeleinden ter beschikking stond.

Voor wat betreft de correctie van de voorbelasting zijn in dit geval alleen de nachten waarin belanghebbende de recreatiewoning daadwerkelijk voor zichzelf en/of zijn gezinsleden beschikbaar heeft gehouden, relevant.

 

Gevolgen praktijk

Heeft u een recreatiewoning die u belast verhuurd maar daarnaast ook zelf gebruikt en brengt u de voorbelasting in aftrek? In dat geval is het van belang om goed te kijken naar de gemaakte afspraken omtrent te verhuur. Hiermee voorkomt u dat u te veel of juist te weinig voorbelasting in aftrek brengt.

 

Heeft u vragen over de fiscale behandeling van de recreatiewoning? Neem gerust contact met ons op.