Inmiddels hebben een groot aantal opgaveplichtige organisaties hun UBO-informatie op moeten geven. De verwachting is dat circa 40% tot 45% organisaties aan deze opgaveplicht heeft voldaan. Voor de entiteiten die niet aan de opgaveplicht hebben voldaan of onjuist hebben geïnformeerd zal de handhaving op gang worden gezet. Over dit handhavingstraject is inmiddels een en ander duidelijk geworden.
Indien de juridische entiteit tijdig de UBO-gegevens heeft opgegeven, zal geen handhaving plaatsvinden vanwege het niet voldoen aan de registratieplicht. Dit geldt ook als de verwerking door de Kamer van Koophandel nog niet is afgerond en de gegevens nog niet zichtbaar zijn in het register.
De handhaving zal risicogebaseerd zijn en zich met name richten op juridische entiteiten met hogere witwasrisico’s. Daarbij geldt dat partijen die opgave hebben gedaan, maar waarbij deze nog niet is verwerkt, niet worden betrokken in de handhaving.
Iedere entiteit waar handhaving voorgenomen is ontvangt eerst nog een laatste waarschuwing vanuit Bureau Economische Handhaving. De entiteit wordt op dat moment dus nog eenmaal in de gelegenheid gesteld om alsnog opgave te doen.
Wwft-instellingen en bevoegde autoriteiten zijn verplicht een terugmelding te doen als UBO-gegevens onjuist of onvolledig zijn. Dit betekent dat onder andere banken, kredietverstrekkers, verzekeraars en advocaten- en notariskantoren veelal verplicht zullen zijn om in dergelijke gevallen hiervan een terugmelding te doen bij de KvK. De terugmeldplicht geldt niet voor gevallen waarin er helemaal geen UBO opgave is gedaan.
Bureau Economische Handhaving kan gedurende het handhavingstraject een boete of dwangsom opleggen. De maximale bestuurlijke boete voor het overtreden van de UBO-regels is vastgesteld op € 21.750. Naast de bestuurlijke boete kan echter ook een last onder dwangsom worden opgelegd om af te dwingen dat alsnog UBO opgave wordt gedaan.
Heeft u vragen over het UBO-register of hulp nodig bij de registratie? Neem gerust contact met ons op. Wij helpen u graag.