• darkblurbg
  • darkblurbg
  • darkblurbg

Wetsvoorstel excessief lenen bij de eigen vennootschap

Gepubliceerd op: 15-08-2019

De staatssecretaris heeft op 4 maart jl. het wetsvoorstel ‘excessief lenen bij de eigen vennootschap’ ter consultatie aangeboden. De staatssecretaris wil met het wetsvoorstel per 1 januari 2022 ‘excessief lenen bij de eigen vennootschap’ lenen van de eigen vennootschap ontmoedigen en daarmee voorkomen dat het fiscale afrekenmoment over deze gelden uitgesteld of zelfs afgesteld wordt.

 

Kunt u straks nog lenen van de eigen vennootschap?

Als aanmerkelijkbelanghouder heeft u de mogelijkheid om een lening te verkrijgen van de eigen vennootschap. Veel ondernemers sluiten een lening af met de eigen vennootschap zodat zij geen dividend hoeven uit te keren om in privé over de gelden te beschikken. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de rekening-courant, een lening voor de aanschaf van een tweede woning of voor privé beleggingen.

 

Wetsvoorstel excessief lenen

De schuld wordt als excessief aangemerkt als ab-houder meer dan € 500.000 van de eigen vennootschap leent. Dit heeft tot gevolg dat het meerdere door de Belastingdienst wordt aangemerkt als een fictieve dividenduitkering van de vennootschap aan de ab-houder (fictief regulier voordeel). De ab-houder is in dat geval aanmerkelijkbelangheffing tegen het geldende box II-tarief verschuldigd voor zover de schuld hoger is dan € 500.000.

Bij de toets of er sprake is van een schuld aan de eigen bv die groter is dan € 500.000 dienen de fiscaal partner en de verbonden personen in de rechte lijn, zoals uw kinderen, mee.

Een bestaande lening die is aangegaan voor de financiering van de eigen woning is daarentegen expliciet uitgesloten in het wetsvoorstel. Deze lening wordt niet meegenomen bij het bepalen van de hoogte van de schuld aan de eigen vennootschap. Een lening ten behoeve van de eigen woning die wordt aangegaan na inwerkingtreding van het wetsvoorstel blijft slechts buiten beschouwing als er een hypotheek verstrekt wordt aan de vennootschap.

In het wetsvoorstel ontbreekt een overgangsbepaling waardoor reeds bestaande schulden aan de eigen vennootschap worden meegenomen bij het bepalen van de totale schuld van de ab-houder aan de vennootschap. Hiermee heeft de maatregel onbeperkte materieel terugwerkende kracht.

Daarbij kan het wetsvoorstel leiden tot dubbele belastingheffing bij de ab-houder. Na de fictieve dividenduitkering over het fictief reguliere voordeel blijft de lening, met inbegrip van de aflossings- en renteverplichting, civielrechtelijk namelijk gewoon bestaan. Over de rentebaten blijft vennootschapsbelasting verschuldigd. Als de ab-houder vervolgens zijn schuld aan de vennootschap aflost en de vennootschap dit bedrag daarna als dividend uitkeert dan is de ab-houder wederom dividendbelasting verschuldigd.

 

Inwerkingtreding

 In het wetsvoorstel wordt voorgesteld om de wet per 1 januari 2022 in werking te laten treden. De eerste peildatum voor het bepalen van het fictief reguliere voordeel zal 31 december 2022 zijn. Het fictief reguliere voordeel zal, uitgaande van de tariefverhoging van box II vanaf 1 januari 2021, worden belast tegen 26,9% aanmerkelijkbelangheffing.

Ondanks de kritiek uit de praktijk heeft de Staatssecretaris nog geen blijk gegeven van enige intentie tot matiging van het wetsvoorstel. Derhalve is het van belang dat u, ook met het oog op de aankomende box II-tarief stijging van 25% naar 26,9%, tijdig uw situatie in kaart brengt zodat u eventueel maatregelen kunt nemen om excessieve belastingheffing te voorkomen.

 

Wenst u advies met betrekking tot het wetsvoorstel excessief lenen bij de eigen vennootschap? Onze belastingadviseurs adviseren u graag.